logo-knooppuntkerkenenarmoedespacer-100x5Knooppunt Kerken en Armoede

  • 7-slide
  • 1-slide
  • 2-slide
  • 4-slide
  • 3-sliide
  • 5-slide
  • 8-slide

Samen tegen armoede – hoofdstuk 6

Houding van de hulpverlener

Wanneer je in het diaconale werk te maken krijgt met mensen die in de knel zijn geraakt en hulp nodig hebben, dan kun je daar op verschillende manieren in staan. Iedereen neemt daarin zijn of haar houding aan, bewust of onbewust. Het woord ‘houding’ verwijst naar een instelling en een mentaliteit, die leidend zijn voor de menselijke communicatie. Die werken door in gedrag, denken, doen en lichaamstaal. In dit hoofdstuk gaan we in op die verschillende basishoudingen van waaruit je het werk kunt doen en de rollen die diaconale vrijwilligers daarbij kunnen hebben.

Hulpverlenende houding

Bij hulpverlening staan de mens en trouw aan mensen centraal. Je ontmoet iemand; je gaat een relatie aan. De situatie van een medemens in de knel raakt je. De hulpvraag van een ander maakt een ander mens van je, leert je anders kijken. In het omzien naar de naaste leer je oog te hebben voor de noden van mensen en probeer je de noden in de samenleving te onderkennen. In de diaconale omgang speelt een aantal werkwoorden een grote rol: liefde geven, trouw tonen, geduld beoefenen, elkaar bijstaan. Je gaat een relatie aan met andere mensen, waarin je iemand ontmoet in zijn persoonlijke waardigheid. Binnen die relatie is wederkerigheid een sleutelwoord, zowel in denken als in handelen.

Respecteer en bevorder het besef van eigenwaarde van de hulpvrager. Belangrijke aspect van armoede zijn de aantasting van menselijke waardigheid en het gebrek aan maatschappelijke erkenning. Als mensen afhankelijk zijn van regelgeving en formaliteiten, worden behandeld als een geval of nummer, is dat niet goed voor hun zelfrespect. Daarmee wordt men maar al te vaak geconfronteerd en dat werkt diep door. Als mensen als zielig, onmondig en als slachtoffer benaderd worden, doet dat de zaak geen goed. En dat gebeurt vaker, alle goede bedoelingen ten spijt, dan diaconale hulpverleners in de gaten hebben. Betutteling en bevoogding werken zelden positief uit.

Diaconale rollen

Veel hulpgevers in de kerkelijke diaconale wereld zijn vrijwilligers: ouderlingen, diakens/diakenen, caritasbestuurders, caritasvrijwilligers en gewone kerkleden die een steentje bijdragen op een terrein dat ze kennen. Er zijn vanuit dat functioneren diverse rollen te omschrijven voor die hulpgever. Sommige vrijwilligers vervullen meer rollen, andere juist een enkele. Van belang is dat in een diaconale organisatie meerdere rollen voorkomen en vervuld kunnen worden door verschillende mensen. Je hoeft niet alles zelf te doen. Het is juist goed als je met verschillende kwaliteiten elkaar aanvult.

Hulpgever als gastheer/gastvrouw

Deze rol houdt in dat je vanuit je diaconale betrokkenheid er wilt zijn voor mensen die hun verhaal kwijt willen, bijvoorbeeld in een inloophuis. Je bent ontvankelijk en onbevooroordeeld. Je merkt hoezeer bezoekers daaraan behoefte hebben en je staat daarvoor open. De insteek is dat je niet langs elkaar heen loopt, maar dat je direct contact hebt met bezoekers. Daardoor leer je mensen kennen en weet je dingen van elkaar, bijvoorbeeld of ze financieel in de knel zitten.

Hulpgever als aanvoerder

In een inloophuis of in andere situaties kan diaconale betrokkenheid ook een andere gestalte aannemen. Je neemt dan bijvoorbeeld sociale initiatieven en bent een sociale pionier. Dat kan door het initiatief te nemen om tot loketbegeleiding te komen, waaraan kerkelijke vrijwilligers mee kunnen doen als ‘maatje’, of je wordt kartrekker van een bepaalde groep. Je kunt aanvoerder zijn door sociale impulsen te geven en het voortouw te nemen in het omzien naar elkaar.

Hulpgever als bondgenoot

Weer een andere manieer om diaconaal betrokken te zijn is mensen in de knel in contact brengen met bondgenoten. Je missie is dan mensen te verbinden met elkaar, zodat ze het samen volhouden.

Hulpgever als netwerker

Een hulpgever die zich bewust is van de bescheiden omvang en invloed van zijn of haar geloofsgemeenschap in de samenleving zal bijvoorbeeld nadruk leggen op het aansluiting zoeken bij anderen die initiatieven nemen waarin je gelooft. Dat kan bijvoorbeeld door deelname aan een diaconaal platform. Samenwerken met allerlei mensen en groepen die op verwante gebieden en op vergelijkbare wijze sociaal actief zijn is dan het sleutelwoord.

Hulpgever als praktisch helper

Diaconale betrokkenheid kan ook de vorm aannemen van praktische hulp en zorg. Je komt als hulpgever gemakkelijker bij de mensen binnen, met bijvoorbeeld groenten van de moestuin die ze kunnen klaarmaken in de keuken, dan wanneer je met lege handen komt. Of je helpt bij het ordenen van de administratie. Je kunt helpen in de keuken of met de computer. Je hoort dan tussen de activiteiten door hoe het met ze gaat.

Hulpgever als bruggenbouwer

Er zijn vormen van betrokkenheid, bijvoorbeeld op het vlak van hulp bij geldzaken of problematische schulden, waarbij de activiteiten kunnen variëren van helpen bij aanvragen bij sociale instanties, tot lobbywerk bij de wethouder of ambtenaren van de sociale dienst. Daardoor bouw je bruggen tussen mensen in de knel en de officiële instanties en belangenorganisaties. Diaconaal handelen wordt dan optreden als intermediair.

Hulpgever als pleitbezorger

Je kunt vanuit diaconale betrokkenheid meewerken aan een voedselbank, maar tegelijkertijd pleiten voor verbeteringen in gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld tijdens een gemeentelijke commissievergadering over maatschappelijke ondersteuning. Individuele hulp via een voedselpakket combineer je dan met het opkomen in de gemeentepolitiek voor een structurele verbetering van mensen die met een minimuminkomen moeten leven of mensen met problematische schulden.

Hulpgever als aanklager

De inzet voor een structurele verbetering krijgt soms het karakter van aanklacht en protest. Het openlijk verzet van kerkelijke zijde tegen structurele tekortkomingen in de samenleving manifesteert zich dan in het openbare leven, vooral als er sprake is van schrijnend onrecht. Diakenen kunnen gaan demonstreren tegen bijvoorbeeld slecht beleid rond schuldhulpverlening. Zij stellen de situatie van mensen met problematische schulden aan de orde, omdat het nodig is om verbeteringen te bereiken.

Vier aandachtsgebieden voor vrijwilligers

Vanuit de verschillende soorten vrijwilligerswerk en rollen van hulpvragers, zijn vier aandachtsgebieden te omschrijven. Elk aandachtsgebied kan nader toegespitst worden op een profiel van vaardigheden, waarop kan worden getraind en toegerust. Ingedeeld naar de vier aandachtsgebieden kan er getraind en toegerust worden op kennen, kunnen en ‘er zijn’.

  1. Beleid ontwikkelen en uitvoeren

Vaak krijgt dit vorm in vrijwilligerswerk in besturen, stuurgroepen, projectgroepen.

  1. Bewustwording stimuleren

Vaak gaat het hierbij om een vorm van diaconaal leren. Denk bijvoorbeeld aan gespreksgroepen, ontmoetingen, diaconale wandelingen, activiteiten met jongeren.

  1. Presentie of ‘er zijn’

Deze vorm van vrijwilligerswerk vind je bij bezoekwerk, vrijwilliger zijn in inloophuizen, ontmoetingsplaatsen en maatjesprojecten, ziekenbezoek, begeleiding van vluchtelingen, ex-gedetineerden, psychisch zieken.

  1. Iets doen

Iets doen is het concrete diaconale werk, zoals pakketten inpakken van de voedselbank, helpen bij het diaconale zorgloket, klussendienst, helpen bij catering bij bijeenkomsten, helpen in de kringloopwinkels.

>> Door naar hoofdstuk 7 >>

Naar startpagina handreiking ‘Samen tegen armoede’