Samen tegen armoede – hoofdstuk 4
Mensen en middelen
Voor ondersteuning aan mensen in armoede zijn mensen en middelen nodig. Er zijn vrijwilligers nodig die het werk uitvoeren en daar voor toegerust zijn. Afhankelijk van welke hulp gegeven wordt, kan er ruimte in een gebouw nodig zijn en natuurlijk is er ook geld nodig. En er moet bekendheid gegeven worden aan de steunverlening en andere activiteiten tegen armoede.
Vrijwilligers
Kerkelijke ondersteuning aan mensen die in armoede zijn gekomen, kenmerkt zich door aandacht voor de mens en oog hebben voor de hele mens en niet alleen voor zijn of haar financiële situatie. Dat kost tijd en vraagt best veel van vrijwilligers. In hoofdstuk 6 wordt aandacht geschonken aan de houding van de hulpgever. Van mensen die dit werk willen gaan doen, mag je vragen dat ze een aantal kwaliteiten en vaardigheden hebben; je werkt tenslotte vaak met kwetsbare mensen en de problematiek is niet altijd gemakkelijk.
Het is belangrijk dat vrijwilligers die direct te maken hebben met hulpvragers affiniteit hebben met de mensen van de doelgroep, stabiel zijn en goed kunnen luisteren. Om vrijwilligers te beschermen is het belangrijk dat zij een goede balans weten te vinden tussen betrokkenheid en afstand en niet op de stoel van de professionele hulpverlening gaan zitten. Ze moeten weten wanneer ze moeten doorverwijzen en naar wie. Ze moeten ook grenzen kunnen stellen en om kunnen gaan met conflicten.
Voor een aantal taken geldt dat het verstandig is om standaard een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) te vragen. Dat geldt vooral bij functies waar vrijwilligers werken met vertrouwelijke gegevens, kwetsbare personen (kinderen), geld of goederen. De VOG is een verklaring waaruit blijkt dat het justitiële verleden van iemand geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak. Een VOG is echter voor de toekomst geen garantie dat er niets mis kan gaan.
Er wordt veel van vrijwilligers gevraagd. Daarom is het belangrijk dat er ook ondersteuning voor de vrijwilligers is, die kan bestaan uit een training, een bijeenkomst om ervaringen uit te wisselen en een contactpersoon die beschikbaar is als een vrijwilliger met een heftige situatie geconfronteerd wordt en zelf zijn verhaal kwijt wil. Laat ook de waardering voor vrijwilligers blijken, bijvoorbeeld door af en toe iets feestelijks voor hen te organiseren. Vrijwilligers ontvangen meestal geen geldelijke vergoeding, maar kosten wel geld. Zorg dat zij kosten kunnen declareren en dat er budget voor hen is.
Zorg voor een heldere taakomschrijving en voor afbakening van taken. Geef duidelijk aan welke verantwoordelijkheid en bevoegdheid ze hebben.
Het is vaak niet eenvoudig om vrijwilligers te vinden. De ervaring leert dat algemene oproepen meestal niet zoveel opleveren. Meestal werkt het beter om gericht mensen te vragen. Dat heeft ook als voordeel dat je mensen kunt vragen die je geschikt acht om dit werk te doen. Probeer vooral oog te hebben voor de talenten van mensen en hoe deze ingezet kunnen worden voor dit werk. Iemand die niet zo makkelijk op bezoek gaat bij hulpvragers, zou op een andere manier wat kunnen betekenen in dit werk. Bijvoorbeeld bij het opstellen van een sociale kaart.
Movisie heeft op zijn website veel literatuurtips voor goed vrijwilligersmanagement: www.movisie.nl.
Organisatievorm
Voorop staan de activiteiten die je wilt gaan ondernemen. Wanneer het helder is wat je doet en wilt doen, moet de keus gemaakt worden wat voor organisatievorm hierbij past. Wanneer je incidenteel stille hulp geeft vanuit je eigen kerkelijke gemeenschap, dan kan dat onder verantwoordelijkheid van de diaconale organisatie of een andere organisatievorm die al bestaat. Maar ook bij samenwerking van verschillende kerkgenootschappen, is het wenselijk om het werk formeel onder te brengen bij één van de participanten.
Een aparte stichting oprichten geeft veel extra werk. Bij het oprichten van een rechtspersoon horen ook een aantal formele vereisten. Wanneer het een kerkelijke stichting is zijn er ook eisen die afzonderlijke kerkgenootschappen stellen.
Geld
Voor de ondersteuning is ook geld nodig. Dan gaat het om geld dat gegeven of uitgeleend wordt aan de hulpvrager, maar ook geld dat nodig is om het werk mogelijk te maken en bekendheid te geven. Ondersteuning van mensen die in armoede terecht zijn gekomen hoort tot het diaconale werk waar de kerken zelf geld voor beschikbaar stellen uit bijvoorbeeld collecten en uit (opbrengst uit) vermogen. De participerende gemeenschappen leggen dus zelf geld in. Ook dragen zij bij in natura, bijvoorbeeld door ruimte in hun (kerk)gebouw ter beschikking te stellen.
Maar er zijn vaak veel andere mogelijke inkomstenbronnen. Er kunnen acties georganiseerd worden, zoals een fancy fair of een loterij, waarmee ook buiten de kerk geld geworven wordt. Daarnaast zijn er andere partijen die kunnen bijdragen. Daarbij kan gedacht worden aan het bedrijfsleven, donateurs, serviceclubs, plaatselijke en regionale fondsen, burgerlijke gemeente, woningbouwvereniging, legaten en landelijke fondsen (vaak beschikbaar voor vernieuwende projecten),
Geld werven kost tijd en vraagt ook een eigen deskundigheid. Bij het werven is het belangrijk te beseffen dat organisaties meestal niet zomaar geld geven. Het moet duidelijk zijn wat hun belang is om geld te geven. Verdiep je bij het werven van geld dan ook in de motieven die zij kunnen hebben om financiën te verstrekken. Zo heeft een woningbouwvereniging er belang bij dat mensen niet zover in de schulden komen dat zij hun huur niet meer kunnen betalen en heeft het bedrijfsleven er belang bij dat het zijn sociale gezicht kan laten zien.
Bij het werven van geld is het belangrijk dat er een helder projectplan geschreven wordt dat voorzien is van een begroting en een dekkingsplan. Geld moet goed beheerd worden en er moet verantwoording afgelegd worden. Daarvoor is een goede penningmeester nodig.
Maak ook goede afspraken met de participanten over het werven van deze gelden, zodat je kunt concurreren met ander kerkelijk en diaconaal werk.