Het zijn de zachte krachten

Juul Beerda en Kees Posthumus

Meezinger op Filippenzen 2

Slotlied door Kees Posthumus en Juul Beerda bij de presentatiebijeenkomst Armoedeonederzoek

1.
Hij was een hoge ambtenaar, zijn naam was Daniël
Toen ’t bidden hem verboden werd, deed hij het lekker wel
Hij werd toen bij de leeuwen in de leeuwenkuil gezet
Maar door een engel en door God zo wonderlijk gered

2.
De christenen van Filippi ontvingen eens een brief
Van de apostel Paulus, hij schreef heel positief:
“Blijf eensgezind en dapper, hou altijd goede zin
En klop jezelf niet op de borst, maar hou de moed er in!”

Refrein:
Het zijn de zachte krachten
Die winnen op den duur
’t Is soms wel even wachten
Maar ooit breekt aan het uur
Dan wordt die klein wou wezen
Uiteindelijk sterk en groot
Dan zit er op de hoogste troon
Wie ooit lag in de goot

3.
Hij was een goed diaken, zijn naam was Rooie Kees
Zijn hart lag aan de arme kant, bij weduwe en wees
Het leed van wie ontrecht was, trok hij zich soms zo aan
Dan biggelde over zijn wang een dikke rooie traan

4.
In heel de herberg rook je tomaten-groentensoep
Zij kookte elke donderdag voor de daklozengroep
Bij het draaien van de ballen of het snijden van de prei
Kwam er bij haar altijd wel iets van mededogen bij

Refrein

5.
Hij hielp zo graag een ander, was altijd in de weer
Vergat zijn eigen grenzen totdat, die ene keer,
Hij raakt overspannen, zag er geen gat meer in
Toen moest hij zelf geholpen worden aan een nieuw begin

6.
Hij kon de hele wereld aan, geen zee ging hem te hoog
Totdat hij zich per ongeluk te ver vooroverboog
Het schoot hem ernstig in de rug, na zeven weken rust
Kwam hij weer op de been zich van zijn kwetsbaarheid bewust.

7.
Hij heette ‘Kratten-Harry’, zwierf altijd door de stad
Men zag hem liever gaan dan komen, meed hem op zijn pad
Maar toen hij in het park een kind zag vallen in de sloot
sprong hij er in en redde zo het jochie van de dood

Kees Posthumus