logo-knooppuntkerkenenarmoedespacer-100x5Knooppunt Kerken en Armoede

  • 5-slide
  • 7-slide
  • 4-slide
  • 1-slide
  • 8-slide
  • 3-sliide
  • 2-slide

Diaconaal doen doordacht

Nieuw handboek diaconiewetenschap

Door Hub Crijns, bestuurder Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad en lid van de redactie Handboek Diaconiewetenschap

Klik hier om dit artikel te downloaden als pdf-document.

Diaconaal doen doordacht - Handboek DiaconiewetenschapOp 2 februari 2018 werd in de Bergkerk te Amersfoort een derde handboek diaconiewetenschap gepresenteerd. ‘Diaconaal doen doordacht’ is geschreven door de redactie Handboek Diaconiewetenschap en enkele aangezochte auteurs.

Het belangrijkste deel van dit boek is de beschrijving, doordenking en evaluatie van tien voorbeelden uit de diaconale praktijk. De inleiding gaat in op de aard en de opzet van het boek. Ook bij dit handboek geldt dat al naar gelang de kerkelijke achtergrond de gehanteerde woorden en begrippen verschillende betekenissen hebben. In de praktijkbeschrijvingen heeft elke auteur de eigen woordkeus en betekenis kunnen kiezen. In de reflecties van het eerste en derde deel verheldert de redactie de gekozen uitgangspunten.

Aard van het boek

Dit derde handboek kan getypeerd worden als ‘een diaconaal methodisch boek met methodologische verdieping’. De redactie sluit reflecterend aan bij diaconale praktijken: methoden worden immers niet achter de tekentafel ontworpen, maar ontstaan in een wisselwerking van praktijken en de reflectie erop. Die reflectie is in dit boek omvat zowel bijbels-theologisch beschouwing als sociaal-wetenschappelijke analyse. Het diaconale handelen voltrekt zich te midden van ontwikkelingen in de kerken en de samenleving en degene die diaconaal handelt dient zich daarvan bewust te zijn. Veel diaconaal handelen heeft een spontaan karakter: er zijn mensen in nood en die moeten geholpen worden. Tegelijk veronderstelt diaconie planning, gebruik van menskracht, geld en goederen, beleid, een breed repertoire aan vormen van handelen en hulpmiddelen. Dit boek wil daarvoor materiaal aandragen.

Verkenning van diaconie

Het eerste deel is een nadere verkenning van wat diaconie is. De inleiding schetst drie perspectieven van waaruit het diaconaat bezien kan worden, te weten het binnen- en buitenperspectief en het perspectief van mensen in nood. Daarna komt het fundamentele gezichtspunt aan de orde: diaconaat als wezenlijk voor het kerk-zijn. Aangesloten wordt bij de definitie van diaconie uit het eerste handboek Barmhartigheid en gerechtigheid. “Onder diaconaat/diaconie verstaan we het handelen vanuit en door kerken en andere door het evangelie geïnspireerde groepen en bewegingen, dat gericht is op het voorkomen, opheffen, verminderen dan wel mee uithouden van lijden en maatschappelijke nood van individuen en van groepen mensen en op het scheppen van rechtvaardige verhoudingen in kerk en samenleving” (Crijns 2004, 392). De kern van diaconie wordt aangewezen in de koppeling tussen Godsliefde en naastenliefde. De stelling: diaconie hoort bij de kern van het geloof en daarom hoort ze ook tot de kern van kerk-zijn. Diaconie komt dan ook als vanzelf aan de orde, waar het gaat om de missio, de zending die de kerk van Godswege heeft en is. Deze drie perspectieven en de benoemde kern worden vervolgens uitgewerkt in relatie tot de kerken en hun vrijwilligers, hun organisaties, beleid en positionering alsmede de plaats van kerken/diaconie in het krachtenveld van de samenleving met haar burgers, organisaties en overheden.

Verzoening

Als bijzonderheid is toegevoegd de diaconale dimensie van verzoening. De diaconie kent drie kernthema’s. De twee meest bekende zijn: barmhartigheid en gerechtigheid. Deze begrippen duiden aan, dat diaconie zich zowel richt op hulp, die in ontferming geboden wordt aan mensen in nood als op het verschaffen van recht aan hen. Het derde kernthema is verzoening. Binnen de redactie van het handboek diaconiewetenschap leeft de overtuiging dat verzoening even fundamenteel voor diaconie is als de concepten van barmhartigheid en gerechtigheid. In de vorige twee handboeken heeft het thema verzoening weinig systematische aandacht gekregen. De koppeling tussen diaconie en verzoening is blijkbaar geen vanzelfsprekende. Daarom wordt in dit boek verzoening eerst uitgewerkt via systematisch-theologische en bijbels-theologische reflectie. Vervolgens wordt ingegaan op kwesties die er rondom verzoening aan de orde zijn, met name verschillend woordgebruik in tradities en verschillende invullingen. Er blijken ook vormen van overeenstemming te zijn. Het onderzoek krijgt een spits in de bestudering van hetgeen de twee theologen René Girard en Berthil Oosting zeggen over verzoening en zoenoffer. De redactie verzamelt tenslotte een aantal kritische vragen voor de analyse van de praktijkbeschrijvingen met het oog op het verband tussen diaconaat en verzoening.

Tien praktijkbeschrijvingen

Interessant is dat ‘Diaconaal doen doordacht – Handboek Diaconiewetenschap’ de nadruk legt op tien beschrijvingen, die een inkijk geven op de diaconale praktijk. De tien verhalen zijn voorbeelden van hoe thans diaconie en diaconaat zich ontwikkelen, zich presenteren en uitgevoerd worden. Binnen de bandbreedte van het geheel van het diaconale handelen heeft de redactie verschillende criteria gehanteerd bij de keuze.

Allereerst is aangesloten bij de traditionele vormen van diaconie en caritas, zoals die door kerken rond materiële hulpverlening worden toegepast. Inzake de inhoud is ingezet bij actuele sociale kwesties, die voortvloeien uit de transformatie van de verzorgingsstaat naar een nog nader vorm te krijgen participatiesamenleving. De praktijkbeschrijvingen vertellen over voedselbank, SchuldHulpMaatje en Kerk samen rond de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en zorg. De op weg zijnde participatiesamenleving is wat betreft sociale zekerheid en zorg soberder van karakter en strenger wat betreft de toegang tot het verkrijgen van uitkeringen en zorg. De nadruk ligt op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid alsook op de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers. Dit roept vragen op rond armoede, voldoende bestaanszekerheid om te overleven, huishoudens met schulden en beschikbaarheid van zorg.

Een tweede actuele ontwikkeling in de samenleving wordt zichtbaar in het verhaal van Exodus dat vertelt hoe mensen, die hun straf hebben uitgediend, terugkeren in de samenleving en hoe zij van daaruit mee kunnen doen.

Een derde actuele ontwikkeling laat zien hoe de Nederlandse samenleving door de komst van migranten veelkleuriger is geworden en de praktijk van een Spaanstalige parochie vormt het diaconale verhaal.

Een vierde actuele kwestie in de samenleving is die van het milieu. Nog maar weinig in beeld is de verantwoordelijkheid van het diaconaat als het gaat om duurzaamheid. Reden te meer om ook aan dat laatste in dit boek nadrukkelijk aandacht te geven. Ook met het milieu te maken hebbend en zeker met het oog op het sociale milieu komt de sociale coöperatie in beeld als model van hoe mensen van kansarm naar kansrijk kunnen meedoen.

Er zijn ook diaconale initiatieven gaande met het oog op leren rond diaconaat. Gekozen is voor pelgrimage als een model van diaconaal leren. Met het model van M25 (emtwentyfive) als leermodel rond de werken van barmhartigheid voor en door jongeren komt jeugd in beeld.

In de beschrijving van de tien praktijkverhalen is eenzelfde opbouw terug te vinden. Allereerst wordt de praktijk zelf beschreven, lokaal, regionaal en/of landelijk. Vervolgens geeft een verkennende analyse een beeld rond economische, politieke en sociaal-culturele ontwikkelingen. De praktijkbeschrijvingen richten zich dan op de organisatie en organisatorische aanpak en geven daaropvolgend een omschrijving van het diaconaal handelen, dat gebruikt wordt. Elke verhaal eindigt met theologische reflecties. De beschrijving van de tien praktijkverhalen loopt door tot het einde van 2015. Ontwikkelingen daarna zijn niet meer meegenomen.

Methodologische reflecties

De redactie heeft de tien praktijkbeschrijvingen uitvoerig geïnventariseerd aan de hand van een eigen analysekader. Vervolgens is die brede inventarisatie teruggebracht naar vier onderwerpen, die de doordenking van het diaconaat verder helpen. Het betreft een doordenken op de maatschappelijke context waarin de praktijksituaties plaatsvinden. Het gaat om diaconale praktijken en in de reflectie op de organisatie van het diaconaat komen vormen van organisatie, samenwerking, financiering, en mensen die het werk doen in beeld. Diaconale praktijken betekenen ook verschillende manieren van diaconaal handelen en ook daaromtrent is een boeiende bezinning ontstaan. In een theologische reflectie komen allerlei vragen en verkenningen bij elkaar waarmee hermeneutisch aangegeven wordt wat de theologie kan leren van de concrete diaconale praktijk.

Bij elke beschouwing is overigens geen blauwdruk voor een antwoord te geven, omdat dat antwoord immers afhangt van de maatschappelijke context, de visies op organisatie en diaconaal handelen, en de theologische positie die men kiest. Er zijn wel lijnen te trekken die in de vier bijdragen van het derde deel aan bod komen. De wijze waarop de auteurs tot hun doordenking komen, is een gemeenschappelijke, want gedeelde keuze: dichtbij de praktijk blijvend – door uit te gaan van de praktijkbeschrijvingen – om zo tot een goede reflectie te komen en zo dienstbaar te zijn aan de zaak waar het hele handboek voor bedoeld is: het leveren van bouwstenen voor een adequate diaconale praktijk ten behoeve van mensen in nood. Tegelijk was dit samenstellen van de vier beschouwingen een avontuurlijke zoektocht en al doende een stevig leerproces. De redactie kwam vragen tegen, die niet meteen van een oplossend antwoord konden worden voorzien. Maar diaconaal leren betekent ook de vragen benoemen en ze meenemen voor verdere reflectie.

Het boek eindigt met de vraag: wat leert een theoloog, wanneer hij of zij het handelen van anderen theologisch leest? We moeten hier twee niveaus onderscheiden. De ene is het niveau van het denken zelf. Dan is de vraag: komen er nieuwe verbanden tussen geloofsgegevens of van geloofsgegevens met seculiere gegevens die tevoren zo niet gezien waren? Ontstaan er nieuwe redenen om te geloven? Het andere niveau is dat van het nieuw ervaren van de relevantie van een geloofsgegeven, het met hart en handen beleven wat een geloofsinhoud echt zegt. Zoals het echt ontmoeten van iemand alle uitspraken over hem of haar een kleur geeft die het voordien niet had en ook niet kon hebben. Het is de redactie opgevallen dat ze in dit slotdeel een nieuwe manier van doen op het spoor is gekomen en dat dit type vragen ook met regelmaat een zekere verlegenheid teweeg bracht. Daardoor ontstaat er uitzicht naar de toekomst, naar verdere diaconiewetenschap.

Redactie

‘Diaconaal doen doordacht’ is bedoeld voor hen die beroepsmatig of wetenschappelijk diaconie (be)studeren, voor hen die actief werkzaam zijn in een diaconale functie en voor de bredere kring van diaconaal geïnteresseerden. De redactie bestaat uit drs. Hub Crijns, drs. Ellen Hogema, dr. Trinus Hoekstra, dr. Lútzen Miedema, dr. Herman Noordegraaf, Ploni Robbers-van Berkel, drs. Herman van Well, dr. Jozef Wissink en dr. Hanneke Arts-Honselaar (eindredactie).
Landelijk bureau DISK in samenwerking met Uitgeverij Kok, Utrecht, 2018, 288 pag., Isbn 978-90-435-2964-8, prijs € 34,99 (inclusief BTW en verzendkosten)

Bestellen

Prijs € 34,99 (inclusief BTW en verzendkosten).
Bestellen via info@disk-arbeidspastoraat.nl

Eerst inkijken?
Klik hier voor een inkijkexemplaar.

Presentatie

De presentatie van Diaconaal doen doordacht vond plaats op 2 februari 2018.
Klik hier voor een verslag van de boekpresentatie.