Samen tegen armoede – hoofdstuk 3
De sociale kaart
Als je iets wilt ondernemen tegen armoede, dan kun je direct gaan doen wat je hand vindt om te doen. Deze praktische instelling, die diaconale vrijwilligers vaak eigen is, is een uitstekende eigenschap. Toch kan het goed zijn om je eerst – of ook – te oriënteren op wat er in je omgeving allemaal speelt. Hoe is de bevolking van wijk, dorp of stad samengesteld? Welke organisaties en groepen zijn al actief in armoedebestrijding? Het maken van een ‘sociale kaart’ – uitgebreid of snel en kort – kan daarbij een goed hulpmiddel zijn.
Verschillende soorten sociale kaarten
Het begrip ‘sociale kaart’ wordt in de wereld van zorg en welzijn op verschillende wijzen gebruikt. In deze brochure werken we twee varianten uit:
1. Informatie over de sociale omgeving (wijk/dorp)
Dit betreft het in kaart brengen van de sociale omgeving en de leefwereld van de verschillende doelgroepen waarop een organisatie zich richt. Het gaat dan bijvoorbeeld om allerlei demografische gegevens en ontwikkelingen in het werkgebied. Met dat inzicht beoordeelt men of het aanbod van de instelling moet worden bijgesteld, of doelgroepen moeten veranderen, e.d.
2. Een diaconale gids
Hieronder wordt een overzicht van voorzieningen verstaan, die zich richten op bepaalde noden of doelgroepen. In deze vorm wordt op overzichtelijke wijze aangegeven welke instellingen er zijn op plaatselijk, regionaal en landelijk niveau. Alfabetisch of per categorie wordt vermeld voor welke doelgroep elke instelling bedoeld is, welke doelstellingen en werkwijze (activiteiten) de instelling heeft en welke ondersteuning geboden wordt. Meestal staan ook de adresgegevens erbij. Deze vorm van een sociale kaart heeft meer het karakter van een diaconale gids.
Een diaconale organisatie kan baat hebben bij beide vormen van een sociale kaart. De eerste vorm geeft inzicht in de sociale omgeving van de kerkelijke gemeente (dorp, buurt, wijk) en de noden die daar kunnen spelen.
De tweede vorm (de gids) geeft inzicht in de bestaande voorzieningen, waarnaar mensen verwezen kunnen worden of waarmee kan worden samengewerkt. Ook kunnen deze instellingen bronnen van informatie vormen voor het opsporen van noden.
Het maken van een sociale kaart is arbeidsintensief. Het samenstellen van een gids is wat eenvoudiger dan het in kaart brengen van een wijk of doelgroep. Gelukkig kan vaak gebruik gemaakt worden van informatie die al door derden (bijvoorbeeld de gemeente) is verzameld.
Ad 1. Het verzamelen van informatie
Bij het verzamelen van informatie helpen de volgende algemene regels:
Informatie is altijd een antwoord op een bepaalde vraag; ze is naar haar aard selectief. Het gaat er niet om lukraak zoveel mogelijk gegevens bij elkaar te brengen, maar om dié informatie te verzamelen die voor jouw doel van belang is.
Informatie is bijna altijd onvolledig. Vraag je daarom altijd af welke vragen nog niet beantwoord zijn.
Vraag je steeds af welke informatie op een bepaald moment nodig is. Leg niet ter zake doende informatie terzijde.
Bekijk per situatie wie de bedoelde informatie het beste aan kan dragen. Is de gevraagde informatie al ergens aanwezig? Internet is een onschatbare bron.
Informatie verzamelen in een kerkelijke setting is geen wetenschappelijke of professionele activiteit. Houd het daarom eenvoudig en beperkt.
Hoe ziet de omgeving waarbinnen de diaconale organisatie actief is eruit? Het gaat hier om allerlei demografische, planologische en sociaal-economische gegevens van het werkgebied van de kerkelijke gemeente. Analyse van die gegevens kan helpen op het spoor te komen van noden en behoeften. De gegevens kunnen worden geordend in de volgende rubrieken:
- geschiedenis van wijk of dorp
- geografie (hoe zit de stad in elkaar)
- bevolking (aantallen; samenstelling van de bevolking naar leeftijd, geslacht, gezinssituatie en etniciteit, vestiging en vertrek)
- migratie (vertrek en instroom)
- infrastructuur (woningen, bedrijven, verbindingen)
- sociaal-economische gegevens (beroepsbevolking, werkloosheidscijfers, inkomen, uitkeringen)
- openbare voorzieningen (scholen, gezondheidszorg, wijkcentra en bibliotheken)
Houd dit laatste gedeelte globaal. Voor je het weet, ben je bezig met het samenstellen van een gids van bestaande voorzieningen. Daarover gaat het in de volgende variant.
Ad 2. Diaconale gids
De diaconale gids bevat een overzicht van alle voorzieningen en instellingen op het terrein van diaconie of – nog wat meer toegespitst – bestrijding van armoede in het werkgebied.
Een handige indeling kan zijn:
a. Kerkelijke (werk)groepen binnen het werkgebied
- diaconaal uitvoerend. Voorbeelden: PCI-en, diaconieën, werkgroepen diaconie
- signalerend. Voorbeelden: bezoekgroepen, wijkouderlingen, wijkcontactpersonen, avondwakegroepen, bedevaartcomités, koffieschenkgroepen, begrafenisverenigingen
- oecumenische initiatieven: diaconale platformen, inloophuizen, e.d.
b. Organisaties en regelingen in het werkgebied
- gemeentelijke regelingen en voorzieningen rond armoede en schulden
- (semi-)gemeentelijke instanties (sociale dienst, Wmo-loket, schuldhulpverlening e.d.)
- noodhulpbureau, particuliere fondsen
- maatschappelijke organisaties (voedselbank, kledingbank, tweedehandswinkels, kringloopwinkels, repaircafé, lets-kringen, vluchtelingenwerk, SchuldHulpMaatje, klussendienst, Zonnebloem)
- organisaties op het gebied van zorg en welzijn (maatschappelijk werk, buurthuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, ouderenadviseurs, ouderenbonden)
- organisaties op het gebied van schuldhulpverlening
- woningcorporaties
Verwerking van de informatie
Een bekende manier om de gegevens te verwerken is het opsommen ervan in een nota voor de eigen organisatie en/of andere belangstellenden. De sociale kaart wint aan kwaliteit als deze niet alleen algemene gegevens presenteert, maar ook een aantal gevolgtrekkingen per onderdeel bevat.
Het is goed om in zo’n nota gegevens op een overzichtelijke manier te presenteren in tabellen, maar zorg er altijd voor dat de belangrijkste informatie ook in woorden wordt beschreven. Sommige mensen hebben er moeite mee om cijfers en tabellen te lezen. Ook voor hen is de sociale kaart bedoeld.
Andere mogelijkheden zijn een losbladige werkmap of een pdf-bestand op een website. Digitale documenten zijn makkelijker actueel te houden.
Vaak zal het opstellen van een sociale kaart niet direct leiden tot nieuwe diaconale en pastorale activiteiten, maar dit instrument kan wel gevoelig maken voor het bestaan van bepaalde noden en behoeften. Die algemene vermoedens kunnen worden verdiept met andere middelen om noden op te sporen.
Het benutten van internet
Zowel voor het beschrijven van de sociale omgeving als voor het maken van een overzicht van voorzieningen is internet een heel bruikbaar hulpmiddel om informatie te verzamelen. Via een aantal gerichte zoektermen zoals ‘sociale kaart gemeente x’ of ‘armoedebeleid gemeente y’ kun je soms al snel veel informatie vinden. Veel gemeenten maken jaarlijks een eigen Armoedemonitor.
Als je een diaconale gids wilt maken, dan vind je veel informatie over voorzieningen en organisaties op de website van de burgerlijke gemeente (de digitale gemeentegids). Voor informatie over organisaties op het gebied van zorg en welzijn kun je vaak ook terecht bij websites van de regionale GGZ of andere koepels. Kijk ook eens op www.waarstaatjegemeente.nl.
Voor allerlei statistische gegevens heeft het CBS twee handige toepassingen.
a. CBS in uw buurt
Op CBSinuwBuurt.nl zijn cijfers te vinden over zo’n 75 kenmerken van buurten en hun inwoners, van bevolkingssamenstelling tot gemiddeld inkomen en van het aantal supermarkten tot het aandeel mensen dat een WW-uitkering heeft.
De cijfers op CBSinuwBuurt.n zijn niet alleen per buurt te bekijken, maar ook per wijk, gemeente, bevolkingskern en zelfs per vierkant van 100 bij 100 of 500 bij 500 meter. Je kunt eerst een onderwerp kiezen en daarna aangeven op welk niveau je dit onderwerp wilt zien. Je kunt ook eerst een niveau kiezen en daarna één van de beschikbare kenmerken selecteren. De meeste cijfers zijn over meerdere jaren te bekijken. Daarnaast biedt CBSinuwBuurt.nl de mogelijkheid om twee of meerdere gebieden met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld de eigen buurt met een buurt aan de andere kant van de stad of zelfs van het land. Vanuit de kaart kun je doorklikken naar grafieken en tabellen met de cijfers van de gebieden die geselecteerd zijn.
Ga naar www.cbsinuwbuurt.nl.
b. CBS StatLine
Op de algemene website van het CBS zijn onder het tabblad ‘cijfers’ ook veel cijfers te vinden over allerlei onderwerpen. StatLine is de elektronische databank van CBS. Je kunt in StatLine zelf tabellen en grafieken samenstellen. De informatie is gratis en gemakkelijk te printen en te downloaden.
Zie statline.cbs.nl/statweb.